Sonde voor geleidbaarheid en temperatuur van vloeistof

Kenmerken

- Meetbereik 0 - 200 µS/cm
- Celconstante K = 0,1 of K=1
- Nauwkeurigheid ± 0,5%
- Elektrodematerialen roestvrij staal en ABS
- Druk 2 bar
- Temperatuur tot 100 °C
- Temperatuurcompensatie Pt100

Hoe kies je een geleidbaarheidssonde voor jouw toepassing?

Geleidbaarheid is een maat voor het vermogen van een vloeistof om elektrische stroom te geleiden. In water wordt dit vermogen veroorzaakt door de aanwezigheid van verschillende geïoniseerde stoffen in de oplossing. Geleidbaarheidsmetingen omvatten meestal temperatuurcompensatie.

Allereerst moet je de details van je project kennen. Zal de verwachte geleidbaarheid hoog of laag zijn? Zal de temperatuur veranderen? In welk gebied zal de sonde gebruikt worden? Op basis hiervan kun je de sonde kiezen die het beste bij je doel past.

Een van de belangrijkste kenmerken op basis waarvan je moet kiezen tussen sensoren is de celconstante of K-factor. Dit getal beschrijft ook de geometrie van de sonde. Op basis hiervan kan worden bepaald voor welke vloeistoffen hij geschikt is om te meten.

Als de celconstante laag is, is de afstand tussen de geleideroppervlakken ook klein en dus is de hoeveelheid vloeistof die in de sonde gemeten moet worden ook kleiner. Sondes met een kleine celconstante worden meestal gebruikt in puur en ultrawater.

Hoe groter de celconstante, hoe groter de detectieoppervlakken in de sonde, hoe meer vloeistof erin komt. Deze sensoren zijn bedoeld voor gebruik met vloeistoffen waarbij de verwachte geleidbaarheid hoger is dan bij zuiver water.

Op basis van de onderstaande tabel kunnen we bepalen welke celconstante sonde we ongeveer nodig hebben.